Bloembollen

Werkstukken en spreekbeurten

Wat is het verschil tussen bloembollen en knollen? En kun je bollen en knollen ook eten?

Bloembol

De bloembol zelf lijkt niet op een plant. Als je de bol openmaakt, zie je allemaal lagen (rokken). De rokken beschermen de kern, waaruit later de plant groeit. In de rokken zit ook het voedsel voor de plant. En tussen de rokken zitten de knoppen voor nieuwe bollen verborgen. Onder aan de bol groeien wortels. De bladeren van de plant maken zuurstof. Daar hebben ze zon, lucht en water voor nodig. In de winter groeit de stengel. Je ziet de groene puntjes boven de aarde uitkomen. In het voorjaar, als het warmer wordt, groeien de stengels en gaan de bloemen open.

Bollen en knollen

Aan de buitenkant lijkt een bloembol erg op een knol. Maar van binnen zijn een bol en een knol heel anders. Een knol is massief van binnen, zonder rokken en er zit geen plantje in. Een knol is een verdikt stuk stengel of wortel van een plant. Hij bestaat helemaal uit reservevoedsel. Een bol is een complete plant. Sommige bollen en knollen kun je eten. Denk aan een ui (bol) en een aardappel (knol). Aan een ui kun je goed zien dat een bol uit allemaal laagjes bestaat. Snijd maar eens een ui doormidden. Als je een ui in de grond laat zitten, groeit er een nieuwe plant uit. Die komt dan weer uit een knop in het midden van de bol, goed verstopt tussen alle laagjes. Als je een aardappel niet opeet, groeit er het volgende jaar een nieuwe plant uit.

Bloembollenteelt

Bloembollen komen van nature niet in Nederland voor. Ze zijn vroeger door handelaren meegenomen uit verre landen. Bloembollen groeien goed in Nederland, omdat hier de grond en het weer goed zijn. Bloembollen kunnen namelijk niet tegen erg koude winters en heel hete zomers. Achter de duinen in Noord- en Zuid-Holland ligt goede grond voor de bollenteelt. Bollen doen het goed in zandgrond met voldoende meststoffen en kalk. In de Flevopolder passen boeren de kleigrond aan: ze mengen het met zand en kalk, zodat de bollen ook daar goed groeien.