Beeldenstorm

Werkstukken en spreekbeurten

1566 was een onrustig jaar in de Nederlanden. De Beeldenstorm vond plaats. Wat gebeurde er?

Protestanten

De protestanten waren het niet eens met de manier waarop de rooms-katholieke kerk het christelijke geloof beleed. Te veel pracht en praal leidt af van waar het werkelijk om gaat, vonden zij. De protestanten vonden het ook niet kloppen dat de katholieke kerk geld vroeg voor het vergeven van zonden.

Rooms-katholiek

Karel de Vijfde, de koning die de baas was over de Nederlanden, was helemaal niet blij met deze nieuwe groep gelovigen. Hij wilde dat zijn hele rijk hetzelfde geloof had als hij: rooms-katholiek. Ook zijn opvolger, zijn zoon Filips de Tweede, wilde dit. Uiteindelijk kwamen de protestanten in 1566 in opstand tegen Filips II. Zij bestormden de katholieke kerken en sloegen beelden en andere kunstwerken kapot. Deze gebeurtenis heet de Beeldenstorm. De gevolgen van de Beeldenstorm zijn in sommige Nederlandse kerken nog steeds te zien. Sommige kapotgeslagen beelden staan er namelijk nog steeds!

Straf

Filips II was woedend over de vernielingen in de kerken. Hij vond dat deze opstandelingen gestraft moesten worden voor wat zij gedaan hadden. Hij stuurde de hertog van Alva, die orde op zaken moest stellen. Willem van Oranje was het helemaal niet eens met Filips II. Hij vond dat Nederland zelfstandig moest zijn en dat protestanten en katholieken samen moesten kunnen leven. Hij en zijn volgelingen kwamen in opstand tegen de koning. Dit leidde uiteindelijk tot de Tachtigjarige Oorlog.