Boekdrukkunst

Werkstukken en spreekbeurten

De uitvinding van de boekdrukkunst was een heel belangrijke. Drukpersen zorgden ervoor dat het maken van een boek een stuk makkelijker werd en meer mensen boeken konden lezen. Waarom ontstonden daardoor problemen?

Monnikenwerk

Vroeg in de middeleeuwen waren boeken vooral belangrijk voor de kerk. In kloosters schreven monniken de boeken met de hand over. Dat waren vooral bijbels. Ze versierden de letters vaak prachtig met gekleurde inkt en bladgoud. Het was een heel precies werkje en het kostte heel veel tijd. Hier komt de uitdrukking 'het is een monnikenwerk' vandaan. Je begrijpt dat er maar heel weinig boeken waren. Hierdoor konden maar weinig mensen zelf de bijbel en andere boeken lezen. Ze moesten geloven wat de priesters en geleerden hen vertelden.

Gutenberg en Coster

Aan het einde van de middeleeuwen kwamen er meer universiteiten. Er waren daardoor meer boeken nodig. Verschillende mensen probeerden een manier te vinden om sneller boeken te maken. In China werden boeken gedrukt met grote stempels. In Europa experimenteerden Laurens Janszoon Coster uit Nederland en Johannes Gutenberg uit Duitsland met losse metalen letters. Gutenberg maakte de eerste gedrukte bijbel. Kleur en versieringen maakte hij er met de hand bij.

Gedrukte informatie

Het maken van bijbels en boeken over wetenschap ging daarna veel sneller. Boeken werden daardoor goedkoper. Meer mensen konden boeken kopen en leren lezen. Gewone mensen konden de bijbel nu zelf lezen. Vaak waren ze het niet met de kerk eens. Hierdoor ontstonden problemen in de kerk. De mensen wisten nu veel meer en gingen meer nadenken. Nieuwe ideeën werden sneller verspreid. De wetenschap ging erg vooruit.