Formule 1

Werkstukken en spreekbeurten

Wist jij dat de eerste Formule 1-race in 1950 gereden werd in Engeland? Dit gebeurde op het circuit van Silverstone.

Geschiedenis

De allereerste race om het wereldkampioenschap Formule 1 werd gereden in 1950. Dat was in Engeland op het circuit van Silverstone. Het circuit is de baan waarop races worden gehouden. In de jaren vijftig waren Formule 1-auto’s nog een soort sigaren op wielen. In de jaren zestig kwamen er vleugels op de auto’s. Eind jaren zeventig kwam de eerste vleugelwagen. De auto steeg echter niet op, maar plakte juist aan de grond. Zo kon je hard door de bochten rijden.

Snelheid en veiligheid

Op het rechte stuk halen coureurs wel 360 kilometer per uur. Ook in de bochten gaan ze heel erg hard. Hard rijden betekent bij een ongeluk soms harde klappen, de zogenaamde crashes. Gelukkig zijn Formule 1-auto’s tegenwoordig veel veiliger. De wielen van de raceauto zitten nu extra veilig vast en de coureurs dragen brandwerende pakken. In iedere auto zit een monocoque. Dit is een soort badkuip die altijd heel blijft en de coureur beschermt bij een botsing. Sinds 2018 zit er op iedere Formule 1-auto een halo. Deze beugel beschermt de rijder tegen rondvliegende onderdelen van een andere coureur.

De pitstop

Tijdens pitstops kun je pas goed zien dat Formule 1 een teamsport is. Samen met zijn team bedenkt de coureur wanneer en hoe vaak hij stopt. Meestal doet hij dat twee of drie keer per race. De monteurs rennen dan uit de garage naar buiten en wachten tot de auto stilstaat. Dan moeten ze zo snel mogelijk tanken, banden verwisselen en soms ook reparaties uitvoeren. Formule 1-monteurs doen dat allemaal in minder dan tien seconden!