Goochelen

Werkstukken en spreekbeurten

Wist je dat het woord goochelen komt van de oude woorden guichel, giegel en gooc? Guichelen betekent gekheid maken. Giegel betekent nar of zot. Gooc is een oud woord voor domoor.

Geschiedenis

De goochelkunst is erg oud. In een piramide in Egypte werd een wandschildering gevonden, waarop de truc met de bekertjes en de balletjes wordt gedaan. Dat is al ongeveer 4500 jaar geleden. In de middeleeuwen vermaakten goochelaars de mensen op de markt. Leiders van de kerk dachten dat goochelaars vrienden van de duivel waren. Goochelen werd daarom verboden.

Goochelen als kunst

Na de middeleeuwen had de kerk minder macht. Koningen en rijke mensen lieten goochelaars weer optreden. Ze traden nu niet meer op de markt op, maar thuis bij rijke mensen. Nog later traden goochelaars op in het theater. Nu werd goochelen gezien als een kunst. Rond 1940 ontstonden er goochelverenigingen. Ook werden er wedstrijden georganiseerd. In 1947 was het eerste wereldkampioenschap goochelen.

Close-up goochelen

Er zijn verschillende soorten goochelkunsten. Close-up goochelen doe je aan een tafel met kleine voorwerpen zoals kaarten of balletjes. De goochelaar praat veel met het publiek. Je kunt ook goochelen met gedachten: gedachtenlezen of voorspellingen doen. Dit heet mentale magie. Een illusionist maakt veel spektakel. Hij gebruikt vaak harde muziek, rook of wind.

Een bekende goocheltruc is het doorzagen van een mens. Even later komt deze weer helemaal heel uit een kist! Sommige mensen vinden manipulatie de beste vorm van goochelen. De manipulator grijpt dingen uit de lucht zoals kaarten of balletjes.

Goochelaars uit Nederland

Vroeger was Fred Kaps (1926-1980) de beroemdste goochelaar van Nederland. Hij werd maar liefst drie keer wereldkampioen goochelen. Dat heeft niemand hem ooit nagedaan. Tegenwoordig zijn Hans Kazan en Hans Klok bekende goochelaars. En ken je de illusionist Victor Mids? Een wereldberoemde goochelaar was de Hongaar Houdini. Hij werd ook wel de boeienkoning genoemd. Deze goochelaar liet zich geboeid opsluiten in kisten en in het water gooien. Toch wist hij iedere keer weer op tijd te ontsnappen. Niemand weet hoe hij dat deed!